Poten van: half maart tot eind april
Oogsten na: 80 tot 140 dagen
Geschikt voor: balkon, kleine (pot) en grote tuin
Standplaats: zon of half schaduw
Familie: nachtschade
Hoe en wanneer je aardappelen poot hangt af van welke soort je hebt. Er zijn vroege, halfvroege en late aardappelrassen.
Vroege aardappelen
Vroege aardappelen poot je vanaf half maart. Voorbeelden van vroege aardappelrassen zijn Vitabella Frieslander, Dore, Roseval en Gloria. Vroege
aardappelen kunnen 80 tot 100 dagen na uitpoten worden geoogst. Een voordeel
van een vroeg aardappelras is dat de oogst plaatsvindt voordat de
aardappelziekte phytophthora kan toeslaan. Een ander voordeel van een vroeg aardappelras is dat er nog nateelt mogelijk is. Na het oogsten van de aardappelen kunnen er nog bladgroenten worden gezaaid zoals sla, boerenkool en spinazie.
Halfvroege aardappelen
Halfvroege
aardappelrassen kunnen begin april worden gepoot en 100 tot 120 dagen
na uitpoten worden geoogst. Een nadeel van halfvroege soorten is dat tussen de pootaardappelen meer afstand moet zitten dan bij vroege aardappelrassen. Voorbeelden van halfvroege aardappelrassen
zijn Charlotte en Eigenheimer. Ook na het oogsten van halfvroege aardappelrassen is nateelt van bladgroenten nog mogelijk.
Late aardappelen
Late aardappelrassen kunnen van begin tot eind april worden gepoot en kunnen 110
tot 140 dagen na poten worden geoogst. Late aardappels hebben de langste tijd
nodig om te groeien. Voorbeelden van late soorten zijn: Desiree, Agria, Bildstar, Irene en Victoria.
Late aardappelrassen kunnen het beste bewaard worden voor
winteropslag. Nadeel van late rassen is dat ze verder uit elkaar
moeten gepoot en dus meer ruimte nodig hebben. Ook zijn ze gevoeliger voor de aardappelziekte phytophthora en duurt het langer voordat de aardappelen kunnen worden geoogst. Het zaaien van andere groenten na oogsten van de aardappelen is daardoor is eigenlijk niet meer mogelijk. De laatste jaren hebben we wel een hele mooie nazomer waardoor je het eventueel wel kunt proberen als de weerberichten nog gunstig zijn.
Wij kiezen zelf altijd voor een vroege en late aardappelras, omdat het poten en het oogsten dan wat verdeeld is over het jaar. Ook willen we graag aardappelen bewaren voor de winter. We kiezen zelf voor biologische
pootaardappelen en onze favoriete rassen zijn Vitabella en Agria. We
hebben kleigrond en deze rassen zijn erg geschikt voor dit type grond. Ook maken we graag zelf friet (recept vind je hier) en hiervoor zijn de rassen Vitabella en Agria ook erg geschikt. Dit jaar (2023) gaan we ook een halfvroeg ras
poten namelijk Twister.
Pootaardappelen
Voor
het kweken van aardappelen heb je pootaardappelen nodig. Meestal zijn die
vanaf januari tot april te koop. Het is belangrijk om de
pootaardappelen donker en koel te bewaren voordat je ze gaat poten omdat ze anders al te vroeg beginnen met spruiten.
We
bestellen altijd onze pootaardappelen bij Zaadhandel Van der Wal. Zij
hebben een goed overzicht van welke aardappelen vroeg, halfvroeg en laat
zijn. Ook vind je een overzicht welke rassen geschikt zijn voor welke grondsoort en in hoeverre een ras gevoelig is voor bepaalde aardappelziekten. Deze lijst vind je bij de bestellijst en op de website (klik hier)of via kopje formulieren, links bovenaan.
Voorkiemen / spruiten
Om pootaardappelen te laten voorkiemen is het belangrijk om ze op een lichte en koele plek neer te leggen. Het moet ongeveer 10 graden zijn. Ik leg de pootaardappelen in een eierdoos met de aardappelzijde omhoog waar de meeste ogen op zitten. Ik leg de pootaardappelen in een eierdoos omdat ze dan los van elkaar liggen en genoeg ruimte hebben om te spruiten. Met het spruiten van pootaardappelen begin je drie weken voordat je de aardappelen gaat poten.
Als de scheuten ongeveer twee tot vier centimeter zijn dan kun je de pootaardappelen poten. Het is belangrijk dat de scheuten dik zijn omdat ze anders breken. Het breken wil je zo veel mogelijk voorkomen omdat anders de energie van de pootaardappel verloren gaat. Mocht je geen geschikte plek hebben om de pootaardappelen te laten spruiten dan kun je het beter niet doen en de pootaardappelen zonder scheut poten.
Deze scheut is nog aan de kleine kant |
Poten van pootaardappelen
Aardappelen kunnen het beste worden gepoot op een zonnige tot half zonnige plek. Hieronder een overzicht wanneer je de verschillende soorten aardappelen kunt poten:
• Vroege aardappelrassen: poten vanaf half maart (oogsten vanaf midden juni/ begin juli)
• Halfvroege aardappelrassen: poten vanaf begin april (oogsten vanaf augustus)
• Late aardappelrassen: poten vanaf begin tot eind april (oogsten vanaf midden augustus)
Vooral na het poten van vroege aardappelrassen is er nog kans op nachtvorst en dit kan schadelijk zijn voor de planten en uiteindelijk de aardappelen. Dek daarom de grond af met stro of doek als er nachtvorst wordt voorspeld.
Pootdiepte
Voor alle soorten geldt dat het belangrijk is dat de grond los en onkruid vrij is voordat je de pootaardappelen gaat poten. Wij mengen het grond tijdens het poten met tuinaardecompost om het kleigrond wat luchtiger te krijgen en hierdoor voegen we direct ook voeding toe aan de bodem.
De pootdiepte wordt bepaald door de grondsoort. De grondsoort bepaald de diepte van het poten. Hoe losser de grond, hoe dieper de pootaardappel moet worden gepoot. Pootaardappelen moeten in kleigrond minimaal vijf cm diep worden gepoot terwijl in zandgrond tien cm diep noodzakelijk is.
Pootafstand
• Vroege aardappelrassen: 30 cm tussen de pootaardappelen en 50 cm tussen de rijen
• Halfvroege en late aardappelrassen: 40 cm tussen de pootaardappelen en 70 cm tussen de rijen.
Met behulp van een draad en twee stokken kun je een rechte lijn spannen en preciezer poten.
Geef na het poten direct voldoende water en vergeet dit te herhalen bij droogte. Houd ongeveer één keer per week aan.
Onkruid
Vorig
jaar hebben we één bed met aardappelen bijna onkruid vrij kunnen houden
en de andere niet. Dit laatste was door gebrek aan tijd, maar het onkruid ging echt
ten koste van de oogst. Vooral doordat we extreem veel last hebben van
slakken en die konden we niet goed zien door het onkruid. We zagen te laat dat de aardappelplanten compleet werden opgegeten door de slakken waardoor er weinig tot geen aardappelen werden
gevormd. Het groeien van de plant is namelijk nodig om knollen (aardappelen) te vormen.
aardappel aangevreten door een slak |
Aanaarden
Als
je planten ongeveer 10 cm zijn kun je starten met aanaarden. Je doet dit door nieuwe grond op de planten
te leggen. Je haalt de grond weg tussen de rijen en hierdoor ontstaan de bekende
ruggen. Niet
iedereen vindt aanaarden nodig. Het is in ieder geval belangrijk om
aardappelen die boven de grond zitten te bedekken omdat ze anders groen
worden en giftig zijn.
Bemesting
Aardappelen hebben bemesting nodig maar niet te veel omdat anders te veel energie gaat naar het groeien van de planten in plaats van het ontwikkelen van de knollen.
Tijdens het poten kan moestuinvoeding gemengd worden met de tuinaarde. Wij mengen zelf de kleigrond met tuinaarde-compost van bio-kultura en dit bevat al mest. In mei strooien we nog wel kalium om het vormen van knollen te stimuleren.
Oogsten
Het beste is om aardappelen te oogsten op een droge zonnige dag. Voor het bewaren van aardappelen is het belangrijk dat ze droog zijn want anders heb je kans dat ze verrotten. De bloemen en het blad zijn niet eetbaar.
Misschien heb je wel eens gehoord dat aardappelen kunnen worden geoogst als het loof verdord is. Voor halfvroege en late aardappelen klopt dit maar voor vroege aardappelen niet. Vroege aardappelen kunnen al worden geoogst als het loof nog groen is.
Om de aardappelen te oogsten zet je een tuinvork of spade diep onder de knollen zodat je zo min mogelijk aardappelen beschadigd. Het is altijd een beetje gokken hoe diep je precies moet steken.
Het is handig om je aardappelen direct na het oogsten te sorteren. Aardappelen die beschadigd zijn moet je zo snel mogelijk opeten. Je kunt ook kleine krielaardappeltjes apart bewaren van grote aardappelen.
Teelt wisseling
Wisselteelt is erg belangrijk bij het verbouwen van aardappelen om de kans op ziekten te voorkomen. Aardappelen mogen één keer in de vier jaar maar het liefst één keer in de vijf jaar, op dezelfde stuk grond worden verbouwd. Ook
zijn aardappelen familie van tomaten en aubergine en deze soorten
moet je dus ook niet op dezelfde plek gaan poten als waar de aardappelen hebben gestaan.
Peulvruchten kunnen daarentegen juist goed op dezelfde stuk grond worden verbouwd als waar aardappelen hebben gestaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten